Een eeuw aan naamgeving blootgelegd

Dr. Gerrit Bloothooft en My Nametags ontleden één eeuw aan Belgische naamgeving.

Een voornaam is zelden zomaar een voornaam. Het drukt een identiteit uit, geeft vaak aan tot welke cultuur je behoort en uit welke sociale omgeving je afkomstig bent. Bovendien is een naam ook tijd- en modegevoelig. Een populaire voornaam gaat meestal een generatie mee. Daarna wordt ze van de troon gestoten door de nieuwste trend. Dat zien we niet alleen bij ons, maar ook wereldwijd. Hoe populair zijn Olivia en Arthur nu echt? En is hun A-status tanende? Naamlabelproducent My Nametags vroeg het aan naamkundige Gerrit Bloothooft.

Voornamen drukken identiteit uit. Bewust of onbewust gaan we een naam koppelen aan de gedragskenmerken van een persoon. Populaire naam of niet, wie niet goed overweg kon met iemand die Emma heet, zal zijn dochter vast niet zo noemen. Het kiezen van een voornaam zegt met andere woorden veel over jezelf. Het toont vaak aan tot welke cultuur je behoort en uit welke sociale omgeving je afkomstig bent. Net zoals de hippe jeans die je draagt, zijn ook namen modegevoelig.

Die voorkeur blijft bovendien niet beperkt tot België, er zijn flink wat namen die in heel West-Europa en Amerika populair zijn. En omdat namen modegevoelig zijn geven ze ook een indruk van je leeftijd. Naamkundige Gerrit Bloothooft, legt uit: “We zien dat populaire namen meestal één generatie meegaan, na een aanloop zijn ze ongeveer twintig jaar populair en raken dan weer uit de gratie. Dat kun je deels verklaren omdat ouders geen namen van eigen leeftijdsgenoten kiezen voor hun kinderen. Vaak kiezen ze namen die ze mooi vinden en die ze onbewust oppikken uit hun al dan niet digitale sociale omgeving. Die voorkeur blijft bovendien niet beperkt tot België. Zo zijn Noah, Arthur en Lucas populair van Antwerpen tot New York.”

Anna en Jean even populair in Vlaanderen en Wallonië

In ons land speelt taal een grote rol in de keuze van voornamen door ouders. Zo volgen Waalse ouders eerder Franse trends en hebben de Vlaamse modenamen veel gemeen met die in Nederland. Die taalbarrière was niet altijd even sterk. In de eerste helft van de vorige eeuw waren de Franse namen Germaine, Georgette, Monique, Maurice, Marcel, André in heel België populair. Ook zag je langs beide kanten van de taalgrens een duidelijke voorkeur voor samengestelde namen gebaseerd op het katholieke geloof, zoals Maria Ludovica en Jan Baptist in Vlaanderen en Marie Louise en Jean Joseph in Wallonië. De invloed van de kerk laat zich naast het alom aanwezige Maria en Marie zien in Jeanne, Joséphine, Anne in Wallonië en Joanna, Josephina en Anna in Vlaanderen. Diezelfde trend merken we ook bij mannennamen op. Zo waren Jean en Joseph of Jan en Jozef over gans het land razend populair, met in Vlaanderen nog het Latijnse Petrus, Franciscus en Ludovicus, wat dagelijks natuurlijk Pieter, Frans en Ludo werd Naast de kerk, speelde ook het koningshuis een belangrijke rol in de keuze van voornamen. “Dat Albert in 1910-1920 het meest voor jongens werd gekozen heeft ongetwijfeld te maken met de gewaardeerde rol van de koning in de Eerste Wereldoorlog. Waar tegenwoordig mediaberoemdheden een bron voor inspiratie van ouders kunnen zijn, was dat vroeger de kerk of het koningshuis,” aldus Bloothooft.

Met de secularisatie verdween ook de invloed van de kerk op onze naamgeving wat al in de jaren dertig van de vorige eeuw zichtbaar wordt. Hier onderscheiden we ons van onze noorderburen, waar de invloed van het geloof op de naamgeving standhield tot ver na WOII. Na 1950 dringen minder Franse namen in Vlaanderen door en verschilt de naamgeving met Wallonië meer. Geleidelijk zijn het internationale namen die in heel België populair worden, zoals Laura, Emma, Mila, Olivia bij de meisjes en Thomas, Lucas, Liam, Noah, Arthur bij de jongens. De komst van migranten uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten vanaf de jaren zeventig zorgden voor een nieuwe trend. Arabische voornamen zijn sindsdien voornamelijk in Brussels gewest prominent aanwezig.

Taal en cultuur als inspiratiebron

De ouders van vandaag zoeken hun inspiratie niet meer in het katholieke geloof of bij het koningshuis. Lars Andersen, de CEO van My Nametags: “‘Vandaag de dag hebben ouders een onuitputtelijke bron van inspiratie dankzij hun (digitale) contacten met verschillende talen en culturen. Waar onze (groot)ouders traditioneel namen doorgaven, kiezen we tegenwoordig de namen van onze kinderen op basis van wat we zelf mooi vinden. Hierdoor zie je ook meer variatie en buitenlandse invloeden bij namen.” Verklaar dit waarom we tegenwoordig een oude trend zien opduiken? Gerrit Bloothooft legt uit: “Ouders kiezen geen namen van eigen leeftijdsgenoten voor hun kinderen. En toch zien we een revival van Louisein heel België en vanMarie en Annain Vlaanderen. Wanneer de generatie van grootouders met die naam is overleden, kunnen die heel traditionele voornamen weer hip worden.”  

Dat hoeft niet te verbazen. Met het (digitaal) vergroten van onze leefwereld, komen we in aanraking met verschillende talen en culturen. Zo kijken Waalse ouders vooral naar onze zuiderburen. Tussen 2010 en 2020 kwamen maar liefst 15  jongensnamen in de Waalse top-20 ook in die van Frankrijk voor, bij de meisjesnamen waren dat er 13. De overige namen waren in Frankrijk slechts wat minder populair. Dat gold alleen niet voor het breed Europees populaire Olivia, het Italiaanse Giulia, het Engelse Victoria en de spelling Sofia. De Waalse naamkeuze is met andere woorden niet alleen door de taal maar ook in voorkeuren sterk op Frankrijk gericht. De komst van Italiaanse mijnwerkers in de jaren zestig zien we nog steeds terug in Alessio, Ugo, Alessandro en naast Giulia in Alessia en Chiara.

Die beweging zien we niet in Vlaanderen. “Het Nederlands en Vlaams mogen veel overeenkomsten hebben in taal, we zien dat niet meteen terugkomen in de keuze van voornamen. Tussen 2010 en 2020 zijn bij de jongens in de top-20 alleen Lucas, Milan, Noah, Finn en Liam gemeenschappelijk met Nederland, en Emma, Julia, Anna, Mila, Lotte en Noor bij de meisjes. Dat zijn meest internationale namen. De Vlaming kiest ook voor eigen namen zoals Robbe en Lore, waar in Nederland uit het oude testament wordt geput met Sem, Levi, Jesse, Ruben en Saar”, legt Bloothooft uit. En daar blijft het niet bij. Want hoewel de Waalse ouder niet snel een Vlaamse naam zal kiezen, gebeurt dat omgekeerd wel. Zo zien we tussen 2010 en 2020 plots een opkomst van Mathis en Amélie. Namen die in Frankrijk en Wallonië op hun retour zijn, kennen in Vlaanderen dan plots een revival. En in grootstedelijk gebied voeren Arabische namen dan weer de populariteitspolls aan. Die variatie moeten we, zonder vooroordelen, koesteren en waarderen.

Share This Post

Subscribe To Our Newsletter

Get updates and learn from the best

Loading

More To Explore